De gestiek van de architectuur Een leerboek hedendaags maniërisme
Veel hedendaagse architectuur kenmerkt zich door een grote beweeglijkheid. Architecten stellen hierbij in plaats van de ruimte het vlak centraal. Vloeren veranderen in wanden en gaan over in daken. Gevels verspringen en ontwikkelen een eigen diepte. Architectuur als metamorfose. Frans Sturkenboom noemt dit ‘gebarende architectuur’, ofwel ‘gestiek van de architectuur’. Dit boek laat zien dat deze hedendaagse tendens in de architectuur voortkomt uit het historische maniërisme, dat ook de beweging en de textuur van een bouwwerk voorop stelde. Gebarende architectuur vraagt niet om begrippen, maar om werkwoorden. Van zitten via opruimen, omlijsten en verbergen naar groeien en krimpen: aan de hand van vele voorbeelden dwars door de geschiedenis van de architectuur heen bespreekt Frans Sturkenboom essentiële architecturale grondbegrippen. De meer dan driehonderd in het boek opgenomen afbeeldingen vormen een beeldverhaal waarin werk is samengebracht van vele, schijnbaar uiteenlopende architecten als Francesco Borromini, Le Corbusier, Adolf Loos en Michelangelo, maar ook OMA, Neutelings Riedijk Architecten, Carlo Scarpa, Jacopo Barozzi da Vignola, Frank Lloyd Wright en Peter Zumthor. Van het bouwwerk als trap tot het opgerolde plein en de in het gebouw naar binnen gevouwen straat: dit boek is een pleidooi voor beweeglijke architectuur en voor een maniërisme forever.